Ik ben het zat. Vanaf nu wil ik pakjesavond en sinterklaas alleen nog maar heidens invullen. Niet meer bezig hoeven zijn met zwartepietendiscussies, niet meer over hoeven geven aan de commerciële invulling met nog meer nog meer nog meer pakjes waarbij het allang niet meer gaat om de inhoud, en overprikkelde kinderen omdat ze heel de dag dood gegooid worden met allerlei sint-activiteiten, laat staan als er nog een traditionele pakjesavond volgt.
Hoe dan wel? Ik ga een verhaal vertellen op pakjesavond aan mijn kinderen. Waarschijnlijk begrijpen ze er geen pepernoot van, maar dat geeft niet, het gebruikelijke sinterklaasverhaal gaat ook langs hen heen. Het is een verhaal met cursieve delen die vragen om interactie.
Het verhaal
Het verhaal begint helemaal niet op 5 december maar al eerder, op 31 oktober.
Als iemand sterft, reist degene naar de andere wereld.
Onze wereld wordt gescheiden van de andere wereld door een barrière
Een afgrond, een diepe rivier, een zee die een eiland omringt.
Dit voorkomt dat doden terug kunnen komen naar onze wereld.
De andere wereld is niet ver weg, daarom kun je het soms merken.
Het is eigenlijk gewoon hier en nu, alleen in een andere dimensie.
Gescheiden door een sluier.
Met Halloween, Samhain, wordt de sluier met de andere wereld heel dun.
Zo dun dat ze er vanaf de andere kant doorheen kunnen stappen.
De doden, maar ook andere bovennatuurlijke wezen uit de andere wereld, bezoeken ons.
Laat wat eten en drinken voor hen achter bij de haard, de ziel van het huis.
De schoorsteen is de verbinding tussen hemel en aarde.
Geesten kunnen hierdoor binnenkomen.
Ook kun je aan tafel een extra bord voor hen neerzetten
En wie weet laten zij op hun beurt als geschenk wat achter.
Aan wie denk jij en zou je graag weer eens contact mee willen?
Wat zullen we doen om ze welkom te heten? Eten en drinken bij de haard, een extra bord?
[Praten over bekende overledenen en uitvoeren van de ideeën]
Sinds 31 oktober is het iedere dag al donkerder geworden.
Iedere ochtend gaat de zon later op, en gaat eerder weer onder.
Het is de wolf Fenrir die daar achter zit.
Ook hij kon door de dunne sluier heen en wil maar één ding: de zon verslinden.
Iedere zonsondergang lukt dat met ieder hapje een klein beetje meer.
En zo wordt het steeds donkerder.
Maar ieder jaar rond deze tijd is het de tijd van de wilde jacht.
Wodan, de hoeder van het licht, jaagt op de wolf Fenrir om hem te stoppen
Misschien komt Wodan je bekend voor met zijn lange witte baard, breedgerande punthoed, wijde cape en staf met krul bovenop, rijdend op zijn witte paard Sleipnir.
Wodan, betekent adem, en mensen herkennen hem als de wind.
Als buiten de wilde jacht raast, kon je hem horen in de schoorstenen.
Via de schoorsteen werd de wind door Wodan naar binnen gejaagd.
“Hoor de wind waait door de bomen
Hier in huis zelfs waait de wind”
Het bijna gedoofde haardvuur laaide weer hoog op.
Het bracht licht, warmte en vruchtbaarheid in koude winternachten.
Een geschenk via de schoorsteen.
Heb je ooit bij een haardvuur gezeten en geblazen zodat een smeulend vuur weer vlammen gaf?
En voelde je toen hoe lekker warm het vuur was en hoeveel licht deze gaf?
Wij hebben geen haard, maar zullen we in plaats daarvan een kaars aansteken?
[kaars aansteken]
Wodan heeft een boodschapper, genaamd Oel.
Misschien komt Oel je bekend voor.
“Zijn knecht staat te lachten en roept ons reeds toe :
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!”
Oel draagt altijd een roe, door ermee te slaan brengt hij vruchtbaarheid.
Ook heeft hij een juttenzak bij zich over zijn schouder.
Iedere ochtend vangt Oel de maan in zijn zak om hem in de avond weer vrij te laten.
In de avond gaat Oel op pad
Hij speurt dan schoorstenen af om te kijken of mensen offers voor Wodan hebben klaargezet.
Gevulde schoenen met offers erin.
En als hij dat vindt, strooit hij levenszaden en noten uit. Misschien ken je ze beter als pepernoten.
Misschien krijg je er een mooi gedicht bij, want Wodan is de beschermheer van de dichtkunst.
Zet jij ook weleens je schoen met iets erin? En krijg je dan weleens pepernoten?
We kunnen vanavond voor het laatste onze schoen zetten, laten we dat doen.
[schoen zetten, volgende ochtend vinden ze een chocoladeletter erin ter herinnering Wodan]
Wat is er toch veel lekkers in deze tijd van het jaar.
Chocoladeletters, de wijsheid van Wodan, want hij kent de geheime runenletters.
Speculaaspop met de afbeelding van Freya, een lekkernij dat een vrijer aan zijn meisje kan geven.
Taaitaai, zoals ooit broden en broodkransen werden geofferd.
Marsepeinen varkens, offers voor de God, symbool van vruchtbaarheid en rijkdom, denk maar aan spaarvarken.
De varkens hadden ook een andere betekenis.
Het is namelijk ook de tijd van het jaar voor het slachtfeest. Het slachten van bijvoorbeeld varkens.
In deze tijd van het jaar zijn we ons ook klaar aan het maken voor de winter.
Omdat voeding en voer schaars is in de winter, moeten er keuzes worden gemaakt.
Wat houden we in leven gedurende de winter en blijven we voor zorgen?
En wat slachten we, zodat het ons voedt in de winter?
Wat neem jij mee de winter door? En wat laat jij los?
[over praten en symbolisch uitdrukken bijvoorbeeld door het op papier te schrijven]
Wodan rijdt op zijn witte paard Sliepnir met acht supersnelle benen.
“Ja, hij rijdt in donk’re nachten
op zijn paardje, oh zo snel”
Maar je hoort hem bijna niet als hij door de lucht heen gaat.
“Zachtjes gaan de paardenvoetjes. Trippel, trappel, trippel, trap.”
Ken je de liedjes? Ze gaan over Sliepnir
Laten we eens naar buiten kijken of we hem zien. Misschien is het wel dat lichtje daar in de verte.
[naar buiten kijken]
Wodan rijdt op zijn paard Sliepnir door de wolken.
Sliepnir is een spookachtige schimmel, een schim
Helemaal wit, de kleur van het licht,
wat hopelijk na de wilde nacht weer terug kan komen als de wolf Fenrir verslagen is.
De wilde jacht gaat ook over het overwinnen van je angsten.
Ben je weleens bang in het donker? En zo ja, waar ben je dan bang voor? Monsters en spoken?
Om die angsten te overwinnen gingen mensen het avontuur aan
Als teken daarvan schilderen ze roetvegen op hun gezicht.
Ze springen in het diepe
Trotseren ijzige handen die hen in het diepe willen trekken,
Daar waar de waternekker huist, de oude Nik, Hnikar,Wodan.
Zo leren ze zwemmen en krijgen weer de controle
En als in plaats bevroren te zijn van angst, ze de moed vinden om in actie te zijn.
Verdienen ze de eer om mee te mogen razen met de wilde jacht.
“Makkers staakt uw wild geraas”
En nu zijn ze een. Daar jagend op de wolf door de lucht.
Vooraan Wodan op zijn witte paard, met achter hem zijn mannen met zwarte strepen.
En in hun geraas halen ze alles overhoop.
Maar als dank voor je gastvrijheid, laten ze geschenken achter.
“Brengt ons vanavond een bezoek
En strooi dan wat lekkers
In d’ één of and’re hoek.”
Zouden ze wat achter gehouden hebben?
[Zoeken naar een cadeautje in huis, het enige pakje dat ze krijgen deze avond met iets erin wat we daarna samen kunnen doen: spel, film kijken etc.]